Jan Roos, een keizer zonder kleren (3)

Adviezen versus Geen Advies (schema 1)

Het is heel wel denkbaar dat de lezer vroeg of laat afhaakt bij het proberen te volgen van de beschrijving van het schema. De lezer kan dan de rest van deze paragraaf skippen tot het slot  van de paragraaf, dat wil zeggen tot aan het  kopje Slot.  Het is nuttig om het slot wel te lezen.

Helemaal links staan van nul tot en met vijftien regelnummers. De regelnummers 1 tot en met 15 staan twee maal onder elkaar vermeld. Het schema is als het ware in tweeën gehakt om het leesbaar te houden. Bij de eerste regel met nummer 6 staan kolomnummers 1 tot en met 10. Bij regel 15 staan die kolomnummers nogmaals genoemd. Daaronder loopt een gebroken lijn. Onder deze lijn staan weer uiterst links regelnummers 1 tot 15.

Schema 1
N.B. regel 11, kolom 1: bs is blanco gestemd, os is ongeldig gestemd,
regel 11, kolom 15: Geen advies(ga=bs+os+ns)=ns       ns is niet-gestemd

Wederom betreffen regel 6 en regel 15 kolomnummers. Nu lopen de kolomnummers van 10 tot en met 19.

Beide pakketten regels 1 tot en met 15 hebben dezelfde betekenissen. Dus bij regel 1 in het eerste deel van het schema staan zogenaamde electorale zwaartepunten. Te weten 0/9, 1/9, 2/9 en 3/9. Ook bij regel 1 van het tweede deel van het schema staan de electorale zwaartepunten. Nu zijn de waardes 3/9, 5/9, 7/9 en 9/9.

Op regel 1 zien we dat 0/9 correspondeert met op regel 5, kolom 1 het acroniem: AS. AS betekent Absoluut Slecht. Het desbetreffende zwaartepunt betekent een score van 0%. Dat percentage staat in dezelfde kolom 1 vermeld op regel 4. In dezelfde kolom zien we dat percentage “vertaald” als fractie (regel 2) en kommagetal (regel 3).
Behalve dat AS als (electoraal zwaarte)punt staat, betekent het ook dat er een gebiedje is tussen 0/27 en 1/27 (zie regel 2), dat wordt opgevat als Absoluut Slecht. Vervolgens is er een zwaartepunt met de waarde 1/9 (regel 1, kolom 4). Blijkens regel 5 betreft het hier een zwaartepunt ZS in een gebied ZS dat loopt tussen 2/27 en 4/27 (regel 2). ZS betekent Zeer Slecht. Wiskundig beschrijven we dat gebiedje als: 2/27 < ZS < 4/27.
Vervolgens zien we in kolom 7 (regel 6) een zwaartepunt met de waarde 2/9 (regel 1) in een gebiedje dat loopt vanaf een waarde groter dan 5/27 tot een waarde kleiner dan 7/27 (regel 2). Het desbetreffende acroniem is S van Slecht.
Tot slot zien we in het eerste deel van het schema een zwaartepunt met de waarde 3/9 (regel 1, kolom 10). Het bijbehorende acroniem is M: Middelmatig (regel 5, kolom 10). Het bijbehorend gebiedje loopt in het tweede deel van het schema door tot aan de fractie 11/27. Dus in het eerste (bovenste) deel van het schema is het linker deel van het gebied M genoteerd (8/27 < M  9/27) en in het tweede (onderste) deel het rechter deel (9/27  M < 11/27). Merk op het bovenste (linker) deel rechts is afgebeeld en het onderste (rechter) deel links

Gaan we verder in het tweede deel van het schema door: regel 1, kolom 13 het zwaartepunt 5/9, dat behoort bij het acroniem G: Goed.
Waarna op regel 1, kolom 16 het zwaartepunt 7/9: ZG voor Zeer Goed (regel 5).
Tenslotte op regel 1, kolom 19 het zwaartepunt 9/9: AG voor Absoluut Goed.

De gebieden waarbinnen een zwaartepunt valt noemen we hoofdgebieden. Tussen twee hoofdgebieden bevindt zich telkens een overgangsgebied. Bijvoorbeeld S/G, Slecht tot Zeer Slecht. Dit gebiedje bevindt zich tussen en inclusief twee grenzen: op regel 2, kolom 5 (kolomnummers: zie regel 6) met de waarde 4/27 en op regel 2, kolom 6 met de waarde 5/27. Oftewel:
4/27  S/ZS  5/27.
Zo kunnen we alle overgangsgebieden benoemen en beschrijven: vanaf ZS/AS (Zeer Slecht tot Absoluut Slecht) tot en met ZG/AG (Zeer Goed tot Absoluut Goed).

Op regel 11 (betreft titels met betrekking tot het Oekraïne-referendum), kolommen 4 en 7, zien we in vetrood dat er gestemd is op een advies vóór (av) en op een advies tegen (at) het ondertekenen van de overeenkomst met Oekraïne. Blijkens regel 12 in dezelfde kolommen zien we de corresponderende percentages: 12% en 20%. 12% is Zeer Slecht en 20% is Slecht blijkens regel 5 in dezelfde kolommen. N.B. Blijkens kolom 1 hebben zowel blanco Stemmen als ongeldige Stemmen met nul procent Absoluut Slecht gescoord.
Op regel 11, maar dan in het overgangsgebied G/GZ aan de linker kant bij kolom 15, staat:
Geen advies =ns.
In vet roodgedrukt lezen we dus Geen Advies. Geen advies oftewel ga(=bs+os+ns). ga geldt als één van de drie afzonderlijke opties, av, at en ga, waarvan de titel in schema 1 vet en roodgedrukt is. Hoewel ga de som is van bs, os en ns geldt zij als één optie. Omdat vrijwel alle stemgerechtigden die Geen Advies hebben gegeven met de voeten hebben gestemd, dat wil zeggen niet naar de stembus zijn gegaan (en dus niet Blanco (bs) of Ongeldig (os) hebben gestemd) kan Niet Gestemd (ns) worden opgevat als in zijn totaliteit min of meer getalsmatig dekkend de optie Geen Advies (ga). Zowel bs als os corresponderen elk met nul procent, vandaar ga=ns.
Vervolgens zien we in de uitdrukking Geen advies = ns dat “=ns” vetgroen gedrukt is. “ns” heeft in de context van het Oekraïne-referendum dezelfde waarde (hetzelfde percentage) als “Geen advies”, maar een andere betekenis. Vandaar dat het in een andere kleur is “gedrukt”.
Op regel 12, kolom 15, zien we dat 68% van de stemgerechtigden Geen Advies heeft gegeven en op regel 5 in dezelfde kolom blijkt dat het hier gaat om het overgangsgebied Goed tot Zeer Goed.

Slot
De regering  kan zich onmogelijk gesterkt voelen in de score Advies vóór (av). Met 12% van het totale electoraat Slecht tot Zeer Slecht.
Als we kijken naar het stemgedrag voor wat betreft de afzonderlijke opties dan kan beslist niet worden geconcludeerd dat er aanleiding zou zijn voor de premier om deze resultaten op te vatten als de uitdrukking van de wil van het volk om het verdrag niet te ondertekenen.
Immers de groepering Advies tegen (at) heeft met 20% van het gehele electoraat Slecht gescoord.
Als er al zoiets als de stem van het volk dan heeft de zwijgende meerderheid met de voeten gestemd, populair, zo men wil populistisch gezegd, gezegd: regering, bekijk het maar, zoek het zelf uit. Met 68% stemmen van het gehele electoraat heeft de groepering Geen advies (ga) Goed tot Zeer Goed gestemd.
Overigens kunnen er uiteenlopende motieven in het spel zijn geweest om niet te gaan stemmen. Bijvoorbeeld om zo te proberen de opkomst zo laag te houden dat het referendum niet geldig wordt verklaard.
Wat ook het intersubjectieve motief is om niet te stemmen het objectieve gevolg is altijd dat er Geen advies wordt  gegeven aan de regering.

In de volgende paragraaf evalueren we onder meer het percentage van de opkomst.

Lees verder: Opkomst versus Niet Gestemd (schema 2)
Terug naar inleiding
Paragraaf 3 is voor het laatst gewijzigd op 26 februari 2017

 

 

Geef een reactie